Makandra-programma
verbetert relatie Nederland–Suriname, maar beoogde capaciteitsversterking
blijft grotendeels uit
Het Makandra-programma heeft de diplomatieke
relatie tussen Nederland en Suriname de afgelopen jaren aantoonbaar versterkt,
maar de belangrijkste inhoudelijke doelstelling, het structureel vergroten van
de capaciteiten van de Surinaamse overheid, is grotendeels uitgebleven. Dat
concludeert de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) in
een evaluatie die het kabinet deze week met de Tweede Kamer deelde.
Het programma, uitgevoerd van 2021 tot 2025 met
een budget van 10 miljoen euro, moest zowel de samenwerking tussen beide landen
intensiveren als bijdragen aan duurzame institutionele verbetering in Suriname.
De IOB stelt dat vooral dat laatste doel slechts beperkt werd bereikt.
Diplomatieke
winst: intensievere samenwerking en meer wederzijds begrip
Makandra, dat “samen optrekken” betekent, werd
opgezet om de relatie tussen Nederland en Suriname nieuw leven in te blazen.
Die missie lijkt geslaagd: volgens de evaluatie is de diplomatieke samenwerking
verbreed én verdiept. De Nederlandse ambassade heeft een sterker lokaal netwerk
opgebouwd en er is meer wederzijds begrip tussen beide overheden.
Het kabinet zegt deze bevindingen te herkennen.
Het benadrukt dat 52 projecten zijn uitgevoerd en dat nieuwe overlegstructuren,
contacten en samenwerkingsverbanden zijn ontstaan. Ook wijst het op succesvolle
initiatieven binnen de justitieketen, de belasting- en douanediensten en de
onderwijsinspecties, die bijdragen aan wederzijds vertrouwen.
Kernprobleem:
beperkte structurele versterking van Surinaamse overheidsdiensten
De evaluatie is echter kritisch over de
programmatische doelstelling van capaciteitsopbouw. Hoewel Nederlandse experts
veel kennis overdroegen aan Surinaamse collega’s, leidde dat nauwelijks tot
duurzame organisatorische veranderingen binnen Surinaamse ministeries of tot
versterkte sectorale samenwerking.
“Organisatorische effecten of verbeterde
samenwerking tussen Surinaamse overheidsorganisaties zijn slechts incidenteel
tot stand gekomen,” aldus de IOB. De beoogde institutionele versterking — een
van de hoofddoelen — bleef daarmee grotendeels buiten bereik.
Het kabinet erkent dit tekort. Volgens de
minister van Buitenlandse Zaken, van Weel, bood de brede, flexibele opzet van
Makandra snelheid en politieke wendbaarheid, maar leidde deze ook tot
versnippering. Bovendien vergt echte capaciteitsversterking meerjarige inzet,
helder gedefinieerde prioriteiten en gezamenlijke eigenaarschap.
IOB: meer
focus, betere samenhang en resultaatgericht werken
Om bij een vervolgprogramma wél de institutionele
effecten te behalen, adviseert de IOB onder meer:
- meer
resultaatgerichtheid, zoals gezamenlijke doelen, betere contextanalyses
en tussentijdse bijsturing;
- duidelijker
gekozen prioriteiten, die zowel Suriname als Nederland
strategisch belangrijk achten;
- betere
interne en externe coördinatie, zodat programma’s elkaar versterken in
plaats van overlappen.
Het kabinet omarmt deze aanbevelingen en geeft
aan dat een toekomstig programma nadrukkelijker moet aansluiten op bestaande
internationale initiatieven en regionale ervaringen.
Kabinet wil
door: voorbereidingen voor Makandra II
Ondanks de gemiste programmatische doelstelling
vindt het kabinet dat het diplomatieke succes voldoende fundament biedt om door
te gaan. De Surinaamse regering heeft eveneens interesse in een vervolg.
Daarom start Nederland bilaterale gesprekken over
een tweede Makandra-programma voor de periode 2026–2030. Dit vervolg moet niet
alleen de goede bilaterale dynamiek voortzetten, maar vooral méér duurzame
capaciteitsversterking realiseren – het onderdeel waarop de eerste editie
volgens de evaluatie achterbleef.
