Sinds onafhankelijkheid ruim 250 duizend Surinamers naar Nederland gekomen
Immigratie piekt in 1975 en daalt na 1980
In 1975, het jaar van de onafhankelijkheid, bereikte de immigratie een piek. Toen vestigden zich 40 duizend mensen in Nederland, van wie er nu nog ruim 17 duizend hier wonen. In 1979 en 1980 volgde een tweede piek, die te maken had met het aflopen van de ‘toescheidingsovereenkomst’, die Surinamers tot vijf jaar na de onafhankelijkheid de keuze bood om de Nederlandse nationaliteit aan te nemen. Daarna werd het moeilijker om naar Nederland te verhuizen.
Na 1980 daalde de immigratie. In de eerste helft van de jaren negentig kwamen jaarlijks nog meer dan 8 duizend mensen uit Suriname, maar vanaf 1994 bleef dat onder de 5 duizend. In de laatste drie jaar nam de immigratie weer toe, tot bijna 4 duizend in 2024.
In Suriname geboren bevolking vaak ouder dan 50 jaar
Momenteel (stand eind september 2025) wonen er 181 duizend mensen in Nederland die in Suriname zijn geboren. Omdat de meeste mensen in de jaren zeventig naar Nederland verhuisden, zijn zij inmiddels wat ouder: het merendeel is 50 tot 75 jaar. Zo is 72 procent van de in Suriname geboren bevolking 50 jaar of ouder. In de totale bevolking van Nederland is dat 41 procent.
Daarnaast zijn er 189 duizend mensen die in Nederland zijn geboren met één of twee in Suriname geboren ouders. Deze tweede generatie is juist relatief jong: 68 procent is 15 tot 45 jaar. In de totale bevolking van Nederland is dat 38 procent.
Meer Surinaamse vrouwen dan mannen
De meeste in Suriname geboren mensen in Nederland zijn vrouw: op elke 100 mannen zijn er 128 vrouwen. In de totale Nederlandse bevolking en onder de tweede generatie zijn er ongeveer evenveel mannen als vrouwen.
Ook na correctie voor leeftijd zijn er relatief veel vrouwen onder de in Suriname geboren bevolking. Dat komt doordat tussen 1975 en 2024 meer vrouwen dan mannen naar Nederland kwamen, terwijl Surinaamse mannen juist vaker (weer) vertrokken uit Nederland.
Grootste aandeel met Surinaamse herkomst in Almere
In Almere woont het grootste aandeel inwoners van Surinaamse herkomst: 11,5 procent is zelf in Suriname geboren of heeft ten minste één in Suriname geboren ouder. Landelijk is dat 2 procent.
Ook in Lelystad wonen relatief veel mensen met een Surinaamse herkomst (7 procent), net als in Amsterdam (7 procent), Rotterdam (8 procent) en Den Haag (8 procent), en in omliggende gemeenten zoals Diemen, Zoetermeer en Capelle aan den IJssel.
In de afgelopen dertig jaar zijn mensen met een Surinaamse herkomst minder grootstedelijk gaan wonen. Er verhuisden vooral veel mensen van Amsterdam naar Almere: in 1995 had Amsterdam naar verhouding nog het grootste aandeel inwoners van Surinaamse herkomst (10 procent), tegenover 5 procent in Almere.
Surinaamse vrouwen vaker aan het hoofd van eenoudergezin
Vrouwen met een Surinaamse herkomst staan relatief vaak aan het hoofd van een eenoudergezin. Zo staat 32 procent van de 40- tot 45-jarige vrouwen van Surinaamse herkomst (in Suriname geboren en de tweede generatie) aan het hoofd van een eenouderhuishouden, tegenover 12 procent van de vrouwen van Nederlandse herkomst. Tussen in Suriname geboren vrouwen en vrouwen van de tweede generatie is daarbij weinig verschil. Mannen van Surinaamse herkomst van 40 tot 45 jaar wonen vaker alleen (30 procent) dan mannen van Nederlandse herkomst (19 procent).
.JPG)
