Wie verborg
Bouterse? Spong eist onderzoek; Gonçalves vraagt eerherstel tijdens
Decembermoordenherdenking
Tijdens de herdenking van de Decembermoorden in
het Verzetsmuseum in Amsterdam heeft advocaat mr. Gerard Spong op maandag 8
december felle kritiek geuit op het Surinaamse Openbaar Ministerie. Hij wees
opnieuw op de noodzaak van een volledig functionerende rechtsstaat in Suriname.
In zijn toespraak stond Spong stil bij de vijftien slachtoffers die op 8
december 1982 op Fort Zeelandia werden geëxecuteerd.
“Na ruim veertig jaar taaie rechtsstrijd staan we
hier weer,” begon Spong. Volgens hem hebben de Surinaamse rechters die recent
veroordelingen uitspraken “moed en onschatbare waarde voor de rechtsstaat”
getoond. Maar, benadrukte hij, de strijd is daarmee nog niet voorbij.
‘Het
rechtsstatelijke boek is nog niet dicht’
Hoewel de veroordeling van Desi Bouterse wegens
moord in het 8 decemberproces een historische mijlpaal was, wijst Spong erop
dat de uitvoering van het vonnis uitbleef. Bouterse onttrok zich jarenlang aan
zijn straf en overleed in december vorig jaar voordat hij daadwerkelijk de cel
inging.
“Bouterse heeft consequent de grondbeginselen van
de rechtsstaat aan zijn laars gelapt. Zijn dood maakte een eind aan deze weinig
verheffende soap,” zei Spong.
Volgens hem heeft het Surinaamse Openbaar
Ministerie nagelaten te onderzoeken wie Bouterse hielpen onderduiken. “Wie
heeft Bouterse al die tijd verborgen gehouden? Dat moet onderzocht worden, en
dat gebeurt niet,” aldus de advocaat.
Gratieverzoeken
‘gedoemd om te mislukken’
Spong ging ook in op berichten dat andere
veroordeelden mogelijk een gratieverzoek hebben ingediend. Dat verzoek zou
inmiddels zijn afgewezen, al kan het opnieuw worden ingediend.
Hij verwees naar de uitspraak van het Surinaamse
Constitutionele Hof uit 2021, waarin amnestie voor ernstige
mensenrechtenschendingen ongrondwettelijk werd verklaard. Volgens Spong geldt
dezelfde redenering voor gratie, omdat beide leiden tot straffeloosheid.
“Vanuit mensenrechtelijk perspectief is het
onderscheid tussen amnestie en gratie van beperkt belang. Beide hebben de facto
straffeloosheid tot gevolg,” stelde hij.
Ook verwees hij naar internationale
jurisprudentie van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens en het
Europees Hof, waarin gratie in vergelijkbare zaken herhaaldelijk werd
teruggedraaid. Vanuit dit perspectief acht Spong het onwaarschijnlijk dat
president Jennifer Geerlings-Simons, zelf ooit mede-indiener van de inmiddels
vernietigde amnestiewet, een toekomstig gratieverzoek zou kunnen inwilligen
zonder Suriname internationaal te schaden.
“Daarmee zou Suriname ontmaskerd worden als een
bananenrepubliek,” aldus Spong.
Richting
toekomst
Spong riep de aanwezigen op zich niet te laten
afleiden door juridische stommiteiten, maar te focussen op een toekomst waarin
de rechtsstaat volledig functioneert. Het tijdperk van straffeloosheid moet
volgens hem definitief worden afgesloten.
Suriname kan aan een nieuw hoofdstuk in zijn
geschiedenis beginnen. Deze toekomst verdient het om niet overschaduwd te
worden door dubieuze gratieringen, zei Spong.
Gonçalves:
‘Daders zijn veroordeeld, maar slachtoffers niet erkend’
Nabestaande Lilian Gonçalves-Ho Kang You deed
tijdens de herdenking een krachtig beroep op de Surinaamse staat om erkenning
en excuses te maken voor de slachtoffers van de Decembermoorden. Volgens haar
worden de idealen waarvoor de vijftien mannen streden nog altijd onvoldoende
belicht.
Bij eerdere herdenkingen, zei zij, lag de nadruk
vooral op de daders en de gebeurtenissen, maar nauwelijks op de betekenis van
de vermoorde mannen. “In hun leven stonden zij voor een vrij Suriname, bevrijd
van dictatuur. Die leegte gaan we vanaf vandaag betekenis geven.”
Gonçalves benadrukte dat hoewel de daders zijn
veroordeeld, dit niet betekent dat er recht is gedaan aan de slachtoffers en
hun nabestaanden. “Dat is niet de rol van het strafrecht. Het is de rol van een
fatsoenlijke staat om eerherstel aan onze vijftien helden te betonen.”
Eerherstel begint volgens haar met officiële
excuses van de staat, en met helderheid over wie de slachtoffers waren en welke
rol zij vervulden in de samenleving.
Pleidooi voor
een monument dat naar de toekomst kijkt
Gonçalves pleitte voor de oprichting van een
waardig herdenkingsmonument dat niet alleen terugblikt, maar ook richting geeft
aan een vreedzame en rechtvaardige toekomst. “Zij wezen immers de weg, een weg
die uitnodigt naar vooruitgang samen, rechtvaardig en zonder iemand achter te
laten.”
‘Wat als de
staat niets doet?’
Ze wees ook op de zware sociaaleconomische
omstandigheden waarin veel Surinamers leven. “De maag wordt niet gevuld met
eerherstel, maar met een portie bami,” zei zij. Toch mag de samenleving volgens
haar niet accepteren dat het verleden onbesproken blijft.
“We zeggen niet alleen nooit meer tegen de
daders, maar ook nooit meer tegen de dictatuur. Nooit meer een herhaling van 8
december.”
Verhalen als
eigen vorm van herstel
Als de staat tekortschiet, moet de samenleving
zelf het voortouw nemen, aldus Gonçalves. Dat begint met het vertellen van
verhalen: een eeuwenoude Surinaamse traditie om geschiedenis door te geven, van
slavernij tot de huidige tijd. “Dat is waar we als Surinamers zo goed in zijn:
onze orale traditie,” sloot ze af.

